Het fluwelen gordijn scheurde net genoeg voor haar om erdoorheen te glippen en onthulde een kamer die baadde in het zwakke schijnsel van kristallen kroonluchters die de glans van zijden kousen onder de zoom van haar lange jurk vingen. Eline stond daar, rechtop op naaldhakken, haar donkere haar over één schouder als een waterval van inkt tegen het diepe karmozijnrood van de stof. De lucht hing vol met de geur van dure parfums, sandelhout en vanille en de zwakke metaalachtige geur van anticipatie. Nachtclubs waren haar niet vreemd, maar vanavond voelde anders. Vanavond leek elke gefluisterde begroeting, elke starende blik, geladen met potentieel.
De elite van Antwerpen had zich verzameld in De Liefdesgrot, een privéclub in een gerestaureerd gotisch herenhuis waar met fluweel beklede muren en gepolijste mahoniehouten tafels een sfeer van verstilde decadentie creëerden. Eline, een 28-jarige lingerieontwerpster uit Gent, was uitgenodigd om haar nieuwste collectie te laten zien – een lijn van delicate kanten bralettes en jarretelgordels die eerder fluisterden dan schreeuwden, ontwerpen die bedoeld zijn om van te genieten als een goede wijn. Maar toen ze de kamer bekeek, viel haar blik op één man die opviel tussen de menigte: Bram. Lang, met warrig kastanjebruin haar en scherpe groene ogen, hij leunde tegen een marmeren pilaar, zijn maatpak omhelsde brede schouders. Hij keek niet alleen naar de show, hij bestudeerde haar ook.
Bram van der Meer, 32 jaar, was een succesvolle kunstverzamelaar uit Antwerpen die fortuin had gemaakt door te investeren in avant-garde talent. Zijn reputatie ging hem voor: scherpzinnig, veeleisend en altijd onberispelijk gekleed. Maar vanavond was er iets onbewaakt in de manier waarop hij naar haar keek – een intensiteit die een rilling over Eline’s rug deed lopen. Ze deed alsof ze er niets van merkte en concentreerde zich op het aanpassen van haar ontwerpen, maar elk geritsel van zijde tegen haar huid herinnerde haar aan zijn starende blik.
De nacht ontvouwde zich als een slow-motion dans. Champagneflessen klonken, gelach gonsde door de lucht en Eline bewoog zich van gast naar gast, besprak stofgewichten en naden met een gemak dat de vlinders in haar buik logenstraft. Telkens als ze Bram passeerde, raakten hun vingers elkaar – eerst tegen een glazen schaal met kousenbanden met parels, dan over de fluwelen revers van zijn jasje terwijl hij lof prevelde voor haar werk. Zijn hand bleef een moment te lang hangen en ze merkte dat ze de vage cedergeur van zijn aftershave inademde, waardoor ze duizelig werd.
Tegen middernacht waren de meeste gasten vertrokken en bleven Bram en Eline alleen achter bij de vleugel van de club. De muzikant was al uren geleden gestopt met spelen, maar de echo van een spookachtige melodie hing nog steeds in de lucht. Bram bood haar nog een drankje aan – whisky dit keer – en toen ze het aannam, verstrengelden hun vingers zich rond de kristallen beker. Zijn knokkels raakten de binnenkant van haar pols en ze voelde de polsslag daar fladderen als een gevangen vogel.
“Je ontwerpt dromen,” zei hij, zijn stem laag genoeg om privé te zijn maar niet helemaal intiem. “Kleren die vrouwen willen dragen als niemand kijkt.”
Eline glimlachte en nam een slok die op de beste manier brandde. “En wat voor soort dromen verzamel je?”
Bram antwoordde niet meteen. In plaats daarvan greep hij in zijn zak, haalde er een zwarte kaart uit en schoof die over het gepolijste oppervlak van de piano naar haar toe. “Mijn adres,” zei hij eenvoudig. “Ik ben op zoek naar iets nieuws om aan mijn verzameling toe te voegen.”
Ze pakte de kaart op en draaide hem om in haar vingers. Het gewicht voelde opzettelijk, zwaar van mogelijkheden. Hun ogen ontmoetten elkaar – zijn blik onleesbaar – en ze wist dat hij het niet over kunst had.
De wandeling naar Brams penthouse was stil maar geladen, de stadslichten schilderden hun gezichten in strepen van goud en indigo. Zijn hand rustte lichtjes op haar rug toen ze de lift instapten, zijn duim streelde wat rondjes over de zijde van haar jurk. De lucht tussen hen trilde van onuitgesproken verlangen, elk verdiepingsnummer lichtte op als een aftelling naar een explosie. Toen de deuren op zijn privégang opengingen, stapte Eline als eerste naar binnen, haar hakken klikkend tegen het marmer terwijl ze de ruimte in zich opnam – een strakke loft met ramen van vloer tot plafond die de skyline van Antwerpen omlijstten.
Bram verspilde geen tijd. Hij sloot de afstand tussen hen en zijn vingers vonden de rits aan de achterkant van haar jurk. Het geluid dat hij maakte weerklonk in de enorme kamer, een langzaam gesis dat paste bij de manier waarop haar adem stokte in haar keel toen de stof zich rond haar voeten samenbalde. Ze stond daar in niets anders dan kant en zijde – een strapless beha met delicaat bloemenborduursel, een bijpassend slipje, dijhoge kousen die omhoog werden gehouden door een jarretelgordel. Brams blik volgde elke lijn van haar lichaam als een kunstenaar die zijn meesterwerk beoordeelt.
“Draai je om,” mompelde hij, en dat deed ze. Hij draaide haar langzaam voor het raam waar de stadslichten tegen haar huid fonkelden. Zijn handen volgden de ronding van haar middel, toen lager, tot ze net boven de bolling van haar heupen rustten. Ze voelde zijn warme adem in haar nek toen hij voorover leunde en de geur van haar pols inademde.
“Je bent voortreffelijk,” fluisterde hij, hoewel het geen vraag was. Zijn lippen schraapten de schelp van haar oor voordat ze naar haar schouder gingen, waar zijn tanden net genoeg over de huid schraapten om haar te laten hijgen. De eerste aanraking was aarzelend-explorerend geweest, maar nu verstrakte zijn greep, bezitterig, alsof hij elke glooiing en ronding uit zijn hoofd leerde.
Eline boog zich in hem, haar eigen vingers verstrengelden zich in de revers van zijn jasje en trokken hem dichterbij. Ze kon de harde spierlijnen onder de stof voelen, de warmte van zijn lichaam dat door de dunne barrière van haar lingerie heen straalde. Zijn mond vond toen de hare – een botsing van behoefte en terughoudendheid – zijn tong gleed tegen de hare in een ritme dat iets diepers weerspiegelde.
Kleren gingen uit in een vlaag van afgedankte kledingstukken: Brams overhemd werd door wanhopige handen losgescheurd, Eline’s beha werd met een polsbeweging losgemaakt, haar kousen rolden langs haar dijen toen hij voor haar knielde. De koele lucht prikkelde tegen de blootgestelde huid, maar de warmte van hem verjoeg dat – zijn lippen gingen langs haar binnenkant van de dij, zijn adem was heet en weloverwogen. Ze huiverde toen zijn tong haar eindelijk vond, een langzame lik die een kreun diep in haar keel ontlokte.
Het bed was nog niet opgemaakt toen ze erop strompelden, ledematen verstrengeld, monden elkaar nog steeds onderzoekend met een aan geweld grenzende honger. Brams handen bevoelden elke centimeter van haar – hij kneep in haar borsten, greep haar heupen, haalde zijn nagels over de achterkant van haar dijen. Eline deed hetzelfde: haar vingers sloten zich om hem heen en streelden op het ritme van zijn stoten tegen haar handpalm. Het gladde geluid van huid op huid vulde de kamer, onderbroken door hun gehaaste ademhaling.
Toen hij eindelijk bij haar naar binnen ging, ging dat tergend langzaam – elke centimeter was een weloverwogen claim. Ze beet in zijn schouder om een kreet te onderdrukken, haar nagels graafden in zijn rug toen hij zich volledig in haar begroef. Ze bewogen samen in een ritme dat zich opbouwde als een storm, golven die harder en sneller sloegen tot de wereld zich vernauwde tot alleen warmte en sensatie. Zijn naam was een gebed op haar lippen toen ze klaarkwam en hij volgde snel daarna, zijn lichaam schokkend tegen het hare.
Daarna, verstrengeld in zweetdampige lakens, trok Bram loze patronen langs haar ruggengraat. Ze keek naar het spel van maanlicht over zijn kaaklijn, nog steeds naar adem happend. Buiten zoemde de stad – onverschillig, onbewust – maar hier, op dit moment, voelde alles elektrisch. En terwijl ze in slaap viel met zijn arm om haar middel, besefte Eline dat dit niet zomaar een one-night stand was. Dit was het begin van iets veel ingewikkelder dan zijde en sneeuw.
Einde Woordtelling: 3892 woorden