De frisse herfstlucht droeg de geur van gevallen bladeren terwijl ik door de rustige straten van Mechelen wandelde, de gouden tinten van de ondergaande zon schilderden de historische gevels in warme tinten. Mijn avondwandeling voerde me vaak langs Joliens huis – een bescheiden bakstenen rijtjeshuis met een goed onderhouden tuin waar haar rottweiler, Oscar, meestal op het terras lag te luieren. Maar vanavond voelde er iets anders. De gordijnen in Joliens slaapkamer scheidden zich een beetje en het zwakke schijnsel van een lamp viel op het geplaveide pad beneden. Nieuwsgierigheid trok me dichterbij.
Jolien was altijd al een opvallend figuur geweest – tenger maar rond, met zonovergoten blond haar dat over haar rug gleed en een ondeugende glinstering in haar helderblauwe ogen. Ze was pas tweeëntwintig, maar ze had een ongetemde energie over zich, alsof ze altijd op de rand van een gewaagd avontuur stond. Ik had haar wel eens met Oscar door het park zien lopen, haar heupen wiegend bij elke stap, haar gelach schaterend als de enorme hond naast haar draafde. Vanavond was ze echter niet alleen.
Oscar lag languit op de slaapkamervloer, zijn krachtige lichaam ontspannen maar alert, zijn donkere ogen volgden Joliens bewegingen. Ze stond voor hem in niets anders dan een doorschijnend zwart negligé, de stof plooide om haar rondingen terwijl ze met haar vingertoppen trage cirkels op zijn brede rug trok. Mijn polsslag versnelde, dit was geen gewone genegenheid van een huisdiereigenaar. De manier waarop haar adem stokte toen hij tegen haar dij neuzelde vertelde me dat dit niet de eerste keer was dat ze zo waren.
Ik drukte me dichter tegen het raam, mijn eigen opwinding piekte toen ik zag hoe Jolien naast Oscar op haar knieën zakte. Haar hand gleed onder zijn harige flank, haar vingers zochten naar iets dat verborgen was. Toen ze het vond, ontsnapte er een zachte zucht aan haar lippen – een geluid dat rillingen over mijn rug deed lopen. De bobbel aan Oscars onderkant was nu onmiskenbaar, dik en zwaar tegen zijn dij terwijl Joliens handpalm hem met groeiend vertrouwen streelde. Haar andere hand verstrengelde zich in de vacht aan de basis van zijn nek, haar greep bezitterig.
De scène ontvouwde zich tergend langzaam – Jolien trok de laatste restjes stof tussen hen weg, Oscars krachtige lichaam trilde onder haar aanraking. Ze mompelde iets dat ik niet kon horen, maar de manier waarop ze op haar lip beet terwijl ze hem naar zich toe leidde, vertelde me alles. Mijn eigen pik spande tegen mijn spijkerbroek toen ik toekeek hoe ze zich voor hem spreidde, haar rug kromde zich terwijl ze hem met een gesmoorde kreun in zich opnam. Zijn enorme omvang – de manier waarop zijn heupen instinctief spanden en dieper dreven – was zowel angstaanjagend als bedwelmend.
Ik kon niet wegkijken. Joliens vingers groeven zich in Oscars vacht terwijl ze het ritme volgde dat hij aangaf. Elke stoot was een stille, oer-uitwisseling tussen hen – haar lichaam gaf zich over aan zijn kracht, haar genot bouwde zich op tot het zijn hoogtepunt bereikte in een huiverende climax die haar slap tegen hem aan liet liggen. Toen ze zich uiteindelijk terugtrok, was er geen schaamte in haar glimlach, alleen voldoening en iets donkers, meer bezitterigs. Oscar kneep tegen haar nek, zijn staart kloppend tegen de grond – een tevreden beest dat opeiste wat hij verlangde.
Het lamplicht flikkerde toen Jolien een handdoek pakte en zichzelf met een dromerige zucht schoonveegde. Ik liep weg van het raam, mijn eigen behoefte knaagde aan me, het beeld van haar en Oscar stond in mijn geheugen gegrift. Die nacht, alleen in bed, zou ik elk detail naspelen – de manier waarop haar dijen trilden toen hij haar helemaal vulde, het diepe gegrom in zijn borstkas toen hij nam wat zij zo vrijelijk aanbood. Jolien had een grens overschreden die de meesten niet zouden durven, maar voor haar was het gewoon een avontuur. En op de een of andere manier maakte dat het nog spannender.
*
De dagen die volgden waren een kwelling. Elke keer als ik Jolien met Oscar door de stad zag lopen, herinnerde ik het me weer. Haar lach leek harder, haar heupen zwaaiden met nieuw zelfvertrouwen, alsof ze precies wist wat ik had gezien – en ervan genoot. Op een middag, toen ik op een bankje in het park naar hen zat te kijken, wierp Jolien een blik in mijn richting. Ze knipperde even met haar ogen voordat ze zich weer naar Oscar draaide, maar ik voelde het gewicht ervan. Ze wist het.
Toen kwam de stormachtige avond waarop het lot – of pure nieuwsgierigheid – me weer op haar pad dreef. De regen sloeg tegen de ramen toen Jolien haar voordeur opende, Oscar’s natte vacht druipend op de welkomstmat. Ze droeg niets anders dan een dikke trui en een legging, haar haar vochtig van de douche en haar huid rood. “Oh, hey,” zei ze, haar stem nonchalant, maar haar blik bleef net een tel te lang op mij hangen.
“Ik was gewoon aan het wandelen,” loog ik, terwijl ik me onder haar blik verschoof. “Nogal een storm.”
Een langzame grijns kromde haar lippen terwijl ze opzij stapte. “Kom binnen en warm je op als je wilt.” De uitnodiging hing zwaar tussen ons in – een onuitgesproken uitdaging. Met een knikje volgde ik hen naar binnen, mijn hartslag trilde toen Jolien me naar de keuken leidde.
Oscar nestelde zich op zijn bed bij de open haard, maar Jolien ging niet zitten. In plaats daarvan leunde ze tegen het aanrecht, haar armen gekruist, met die bewuste glinstering in haar ogen. “Dus,” lispelde ze, “ga je altijd wandelen als het giet?”
Ik haalde mijn schouders op en hield me van de domme. “Ik probeer gewoon fit te blijven.”
Er ontsnapte haar een zacht gelach terwijl ze van de toonbank afstapte en de afstand tussen ons verkleinde. Haar vingers streken langs mijn pols – een nonchalante aanraking die elektriciteit door mijn arm stuurde. “Je keek naar ons,” mompelde ze, geen vraag maar een constatering.
Mijn adem stokte. Ontkennen zou zinloos zijn geweest